Het is 23:05 uur en terwijl hulpverleners met man en macht mensen proberen te redden, zitten hiernaast zo’n 20 tieners in de tuin schijt te hebben aan alles en iedereen. Ze zijn een jaar of 15. Met loeiharde muziek aan. Met alcohol, sigaretten, scooters en een microfoon waar ze doorheen staan te joelen. Jongens in de straat deden vanmiddag een oproepje op Insta voor een ‘fissa’. Of je je eigen drank mee wilde nemen.
Inmiddels is het ongeloof omgeslagen in kwaadheid. Mijn kinderen zijn wakker geworden van de herrie. Mijn kinderen die ik dagelijks moet uitleggen waarom ze hun vriendjes en vriendinnetjes voorlopig niet mogen zien. Waarom ze afstand moeten houden en zoveel mogelijk binnen moeten blijven. Waarom ze nu even niet hun zwemdiploma op school kunnen laten zien of bij oma kunnen logeren.
De vader in kwestie vindt dat ik ‘ff relax moet doen’.
De tranen laat ik vanavond maar even gaan. Om het verdriet van de wereld en de naïviteit van een bepaald type Nederlanders.
En aan het groepje buiten: mocht je straks in deze crisis een familielid verliezen aan het virus en vanaf je laptop de begrafenis moeten bekijken, denk dan nog even terug aan zaterdagavond 21 maart. Ik hoop dat je feestje het waard was.